summum

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  summum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sum·mum

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	summum	summums
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het summum o

1. hoogtepunt, toppunt

Synoniemen

• hoogtepunt, toppunt

Verwante begrippen

• apogeum

Vertalingen

    1.   

Spaans: colmo (es) m, apogeo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord summum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "summum" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.