streepzaad
Uiterlijk
- Geluid: streepzaad (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- streep·zaad
- samenstelling van streep en zaad zn
- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | streepzaad | streepzaden |
verkleinwoord | streepzaadje | streepzaadjes |
- (bloemplanten) een geslacht Crepis uit de composietenfamilie (Asteraceae ) en omvat ongeveer tweehonderd soorten eenjarige en vaste planten. De naam streepzaad is afgeleid van de vele ribben op het zaad, dat eigenlijk een nootvruchtje is. De botanische naam Crepis komt uit het Oudgrieks en betekent schoenzool, een verwijzing naar het blad. Streepzaad komt voor op het noordelijk halfrond en tropisch Afrika
- borstelstreepzaad, groot streepzaad, klein streepzaad, moerasstreepzaad, paardenbloemstreepzaad, smal streepzaad, stinkend streepzaad, trosstreepzaad
- Het woord 'streepzaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] streepzaad in het Nederlands Soortenregister N
- [1] streepzaad op Wikidata