Naar inhoud springen

soto

Uit WikiWoordenboek
1. Een bord soto met kip.
  • so·to
enkelvoud meervoud
naamwoord soto soto's
verkleinwoord - -

de sotom

  1. (kookkunst) (Nederlands-Indië) pittig gekruide vleessoep
    • Op naar het derde gerecht: met soja afgelakte corvina (ombervis), overgoten met soto, een Indonesische soep, deze is van shiitake met daarin, zoals bij soto, een gekookt eitje erin en wat seroendeng erover. Leuk bedacht, maar de soto vinden we iets te zout en dat overvleugelt de vis. [1]


  • so·to

soto

  1. (voeding) soto


soto

  1. (voeding) soto


  • so·to

soto

  1. (zeldzaam) links, linker