scoop
Uiterlijk
- scoop
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘primeur (van nieuws)’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- afgeleid uit het Engels
zie ook het achtervoegsel -scoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scoop | scoops |
verkleinwoord | scoopje | scoopjes |
de scoop m
- eerste bericht over iets in de media, primeur
- Het woord scoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scoop" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "scoop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be