porie
Uiterlijk
Niet te verwarren met: porrie |
- po·rie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kleine opening, o.a. in huid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1867 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | porie | poriën |
verkleinwoord | porietje | porietjes |
de porie v
- een microscopisch gaatje
- De bladeren van een boom zijn bedekt met poriën.
- Voor ons zou die Cécile een knap meisje zijn, verder niets. Voor hem lag dat heel anders. Iedere porie van Céciles huid bestond uit speciale moleculen, haar adem had een speciale geur. Ze had blauwe ogen, goed, dat zegt jou niets, maar voor Albert waren die ogen een afgrond, een onpeilbare diepte. [2]
- Het woord porie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "porie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "porie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be