pincet
Uiterlijk
- Geluid: pincet (hulp, bestand)
- IPA: / pɪnˈsɛt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /pɪn.ˈsɛt/
- (Vlaanderen, Brabant): /pɪn.ˈsɛt/
- (Limburg): /pɪn.ˈsɛt/
- pin·cet
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tangetje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1672 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pincet | pincetten |
verkleinwoord | pincetje | pincetjes |
het pincet o
- (gereedschap) een gevorkt werktuig bestaande uit twee armen waarvan de punt bijeengeknepen kan worden
1. een gevorkt werktuig bestaande uit twee armen waarvan de punt bijeengeknepen kan worden
- Het woord pincet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pincet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pincet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %