patrouille

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  patrouille    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·trouil·le

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verkenning’ voor het eerst aangetroffen in 1591
• van het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	patrouille	patrouilles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de patrouille v / m

1. (militair) een groep militairen die samen op pad is

Vertalingen

    1.   

Engels: patrol (en) Frans: patrouille (fr)

Spaans: patrulla (es) v

Gangbaarheid

• Het woord patrouille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "patrouille" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.