pager

Nederlands

pager

Uitspraak

• Geluid:  pager    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·ger

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pager	pagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pager m

1. (communicatie) een apparaat dat kan worden gebruikt om iemand een signaal of een tekstbericht te sturen via een telefoonverbinding

   ▸ Volgens het OM stak de vrijwilliger van het brandweerkorps in Bedum eind 2010 en begin 2011 drie auto's in brand. Bij de eerste brand verloor hij zijn pager van de brandweer, waardoor hij als verdachte in beeld kwam.

   ▸ De eerste BlackBerry zag het licht in 1999. Het apparaatje was toen eigenlijk nog een veredelde pager, maar was in staat om e-mails te versturen en op het internet te surfen. Het iconische toetsenbord leende zijn naam aan de reeks: de knopjes deden volgens de maker denken aan een braambes.

Synoniemen

• pieper, semafoon, buzzer

Verwante begrippen

• semafonie

Vertalingen

    1. een apparaat dat kan worden gebruikt om iemand een signaal of een tekstbericht te sturen via een telefoonverbinding   

Engels: pager (en)

Gangbaarheid

• Het woord pager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pager" herkend door:

43 %	van de Nederlanders;
47 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.