onachtzaam
Uiterlijk
- Geluid: onachtzaam (hulp, bestand)
- on·acht·zaam
- afgeleid van acht (stam van het werkwoord achten) met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -zaam
- antoniem van achtzaam met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onachtzaam | onachtzamer | onachtzaamst |
verbogen | onachtzame | onachtzamere | onachtzaamste |
partitief | onachtzaams | onachtzamers | - |
onachtzaam [1]
- Het woord onachtzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onachtzaam" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be