noodstal
Uiterlijk
- nood·stal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noodstal | noodstallen |
verkleinwoord |
de noodstal m
- een tijdelijke huisvesting voor het vee
- ,,Het heeft vannacht gevroren, de dieren zijn nu rustig, zegt Hilderink senoir in een als noodstal ingerichte schuur. ,,Er is hier geen ventilatie. Als het zoals afgelopen weekend buiten een graad of twaalf, dertien is, staan de rammen hier te dampen. De kans dat er dan besmettelijke ziektes uitbreken, neemt dan sterk toe. [3]
- De boer hoopt dat er nog verkoop mogelijk is, omdat het ruimtegebrek nijpend wordt. “In de gewone stal heb ik geen ruimte meer. Misschien kan ik de kalveren nog bij een collega stallen. In het uiterste geval moet ik een noodstal bouwen, maar dat is niet ideaal omdat de dieren er erg dicht op elkaar staan.”[4]
- plaats waar een paard door de hoefsmid beslagen kan worden
- Het werk Paard bij de smid (ca. 1656-1660), een voorstelling die door navolgers vele malen is geïmiteerd, geeft ons een schat aan informatie. Hierop is bijvoorbeeld te zien dat de techniek van de hoefsmid in drieënhalve eeuw nauwelijks is veranderd. Zelfs het kapschort dat de smid draagt, ziet er vandaag de dag nog hetzelfde uit. Op de achtergrond is naast de smidse een paard in een noodstal vastgezet, met een ketting om zijn hals die hem op zijn plaats moet houden.[5]
- [2] hoefstal
- Het woord noodstal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noodstal" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ noodstal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 15 maart 2001 Vervoersverbod komt op slechtste moment
- ↑ NRC Karin de Mik 15 augustus 1992 Friese boer kan vee zonder oormerken niet meer verkopen
- ↑ NRC Sandra Smallenburg 4 september 2009 Op hun achterste benen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be