mure

Noors

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

mu·re

Woordherkomst en -opbouw

(werkwoord) Afkomstig van het Oudnoorse woord múra, dat van mur komt.
(zelfstandig naamwoord) Verwant med het Duitse woord Möhre.

Werkwoord

mure

metselen
«Grillstedet er murt opp med stein.»
De barbequeplaats is gemetseld met stenen.

Werkwoord

mure seg inne

wederkerend zich isoleren

Synoniemen

isolere seg

Zelfstandig naamwoord

mure g

(plantkunde) ganzerik
«Murer (Potentilla) er en gruppe planter i rosefamilien.»
Ganzerik (Potentilla) is een plantengeslacht uit de rozenfamilie.

Verbuiging

Synoniemen

(wetenschappelijk) Potentilla

Hyperoniemen

plante

Nynorsk

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

mu·re

Woordherkomst en -opbouw

(werkwoord) Afkomstig van het Oudnoorse woord múra, dat van mur komt.
(zelfstandig naamwoord) Verwant med het Duitse woord Möhre.

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
mure	murar	mura	mura
Klasse 1 zwak

mure

metselen
«Mure eit hus.»
Een huis metselen.
krieuwelen

Schrijfwijzen

mura

Werkwoord

mure seg inne

wederkerend zich isoleren

Synoniemen

isolere seg

Zelfstandig naamwoord

mure v

(plantkunde) ganzerik

Verbuiging

v	enkelvoud		meervoud
v	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mure	mura	murer	murene
genitief

bijvormen	enkelvoud		meervoud
bijvormen	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mura		muror	murone
genitief

Synoniemen

(wetenschappelijk) Potentilla

Hyperoniemen

plante