margen
margen
- (tijdrekening) morgen; het eerste deel van de dag, na de nacht en vóór de middag
- mar·gen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
margen | márgenes |
margen m
- mantenerse al margen
zich er buiten houden
margen v
- [1] orilla
- margen in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
margen
- (tijdrekening) morgen; het eerste deel van de dag, na de nacht en vóór de middag
Categorieën:
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Tijdrekening in het Nedersaksisch
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Tijdrekening in het Veluws