lanza
Uiterlijk
- lan·za
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lanza | lanzas |
lanza v
vervoeging van |
---|
lanzar |
lanza
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lanzar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lanzar
vervoeging van |
---|
lanzarse |
lanza
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lanzarse
- lanza in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española