knel
Uiterlijk
- knel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knel | knellen |
verkleinwoord |
- beklemde toestand, situatie waarin gewenste voortgang onmogelijk is
- ▸ Ook worden privacyregels mogelijk als gelegenheidsargument gebruikt om informatie niet met andere overheidspartijen te hoeven delen. Daardoor komt de uitvoering van overheidstaken regelmatig in de knel, met soms grote gevolgen voor burgers.[2]
- ▸ Een trein die onderweg was naar Barcelona botste rond 7.50 uur achterop een stilstaande trein, zegt een woordvoerder van de Spaanse spoorvervoerder Renfe tegen persbureau AFP. Volgens de Spaanse krant El Pais konden alle mensen de trein op eigen kracht verlaten, en is niemand in de knel geraakt.[3]
- in de knelin een lastige situatie
vervoeging van |
---|
knellen |
knel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knellen
- Ik knel.
- gebiedende wijs van knellen
- Knel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knellen
- Knel je?
- ▸ Als je op je voet gaat zitten, knel je die zenuwen af en kan er geen stroom meer doorheen.[4]
- Het woord knel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bram Endedijk“Algemene Rekenkamer: overheidsdiensten te terughoudend met uitwisselen van informatie” (30 maart 2023) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Rein Wieringa“Treinen botsen bij Barcelona, 155 mensen lichtgewond” (7 december 2022) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Uitslag Nationale Wetenschapsquiz JUNIOR 2003” (2 januari 2004) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %