kietelig
Uiterlijk
- kie·te·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kietelig | kieteliger | kieteligst |
verbogen | kietelige | kieteligere | kieteligste |
partitief | kieteligs | kieteligers | - |
kietelig
- dat iets zachtjes kriebelt
- Het woord kietelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kietelig" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be