Naar inhoud springen

jum

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: jüm


  • Van het Arabische يوم (yaum).
enkelvoud meervoud
jum jiem

jum m

  1. dag
    «F'dan il-jum [is-7 ta' Ġunju, 1919], wara li l-Ingliżi kienu qed ixekklu l-proċess kostituzzjonali u wara li għola l-prezz tal-ħobż, il-Maltin irvellaw kontra l-Ingliżi, tkissru xi ħwienet u nħarqu bnadar Ingliżi.»
    Op deze dag [7 juni 1919], nadat de Britten het grondwettelijke proces geblokkeerd en de prijs van het brood verhoogd hadden, kwamen de Maltezen in opstand tegen de Britten, sloegen enkele winkels stuk en verbrandden Britse vlaggen.