jaloersheid
Uiterlijk
- Geluid: jaloersheid (hulp, bestand)
- IPA:
- (Nederland): /jɑˈluːrshɛɪt/
- (Vlaanderen): /jɑˈluːrshɛːt/
- ja·loers·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaloersheid | jaloersheden |
verkleinwoord | - | - |
de jaloersheid v
- een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
- Zijn jaloersheid is spreekwoordelijk.
1. een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
- Het woord jaloersheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jaloersheid" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Van het Nederlandse jaloersheid.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
jaloersheid | - |
jaloersheid
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: yalursheit.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Papiaments
- Zelfstandig naamwoord in het Papiaments