Naar inhoud springen

jádro

Uit WikiWoordenboek


  • já·d·ro
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *ędro

jádro o

  1. (plantkunde)(voeding) pit; zaadhoudende kern van verschillende vruchten
    «Na počátku 19. století se na plantáži objevil mutovaný strom, který plodil pomeranče bez jader
    Aan het begin van de 19e eeuw werd er op een plantage een gemuteerde boom gevonden, die sinasappels droeg zonder pitten.
  2. kern; het binnenste of midden
    «Ducháček je mazaný, ale v jádru velmi poctivý a morální zaměstnanec advokátní kanceláře.»
    Ducháček is een uitgekoote, maar in de kern een zeer ijverige en morele werknemer van het advocatenkantoor.
  3. (informatica) kernel, core; het centrale deel van een programma of chip
    «Do Windows 7 byla přidána část jádra z Windows XP.»
    Een deel van de kernel van Windows XP is overgebracht in Windows 7.
  4. (wiskunde) kern; deel van het domein dat op de nulvector wordt afgebeeld
  5. (natuurkunde)(scheikunde) kern; het uit protonen en neutronen bestaande inwendige van een atoom
    «Jádra atomů jsou tvořena protony a neutrony.»
    De kernen van atomen bestaan uit protonen en neutronen.
  1. semeno o, plod monbezield, pecka v
  2. podstata v, základ monbezield
  3. atomové jádro o