insectivoor
Uiterlijk
- Geluid: insectivoor (hulp, bestand)
- in·sec·ti·voor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insectivoor | insectivoren |
verkleinwoord | insectivoortje | insectivoortjes |
de insectivoor m
- (dierkunde) een insectenetend dier
- Een miereneter is een voorbeeld van een insectivoor.
- Het woord 'insectivoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.