ingrijpen
Uiterlijk
- in·grij·pen
- samenstelling van in bw en grijpen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ingrijpen |
greep in |
ingegrepen |
klasse 1 | volledig |
ingrijpen
- inergatief handelen om een probleem te voorkomen of op te lossen
- Tijdens de kredietcrisis hebben de overheden massaal moeten ingrijpen om de banken overeind te houden.
- inergatief ~ in: zich beslissend mengen in het verloop van iets
- De politie greep in toen de demonstratie uit de hand begon te lopen.
1. handelen om een probleem te voorkomen of op te lossen
2. zich beslissend mengen in het verloop van iets
- Het woord ingrijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ingrijpen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %