imposta
Uiterlijk
- im·pos·ta
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | imposta | impostas |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) kerkelijke belasting op handelswinst
- Het woord 'imposta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | imposta | impostas |
verkleinwoord |