heilige

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heilige    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hei·li·ge

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van heilig met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heilige	heiligen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heilige v / m

1. een persoon die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd

   • Heiligen zijn vooral in de Rooms-Katholieke Kerk van zeer groot belang, in de Protestantse Kerk zijn ze minder belangrijk. 

2. (religie) (in de Rooms-Katholieke Kerk) persoon die heilig verklaard is door de paus

   ▸ De deugden en eigenschappen van deze tweede Nicolaas heeft men echter overgedragen op de eerste en die werd toen de heilige Nicolaas.

Hyponiemen

   

beschermheilige brugheilige dagheilige geboorteheilige ijsheilige naamheilige patroonheilige pestheilige pilaarheilige schutsheilige volksheilige werkheilige zuilheilige

Afgeleide begrippen

• Heilige Geest, Heilige Stoel, heiligedag, heiligenbeeld, heiligenbloem, heiligenkalender, heiligenleven, heiligennaam, heiligenverering, heiliging

Vertalingen

    1.   

Engels: saint (en)

Spaans: San (es) , Santa (es) v, Santo (es) m

Bijvoeglijk naamwoord

heilige

1. verbogen vorm van de stellende trap van heilig

   ▸ De rest van de heilige reep knaagde ik in minuscule hapjes gedurende de dag op.

Gangbaarheid

• Het woord heilige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heilige" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.