gratig
Uiterlijk
- gra·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gratig | gratiger | gratigst |
verbogen | gratige | gratigere | gratigste |
partitief | gratigs | gratigers | - |
gratig [1]
- (voeding) (van vis) veel graten hebbend
- heel erg mager
- ▸ Een ander merk uit het schap persoonlijke verzorging is Dove. Dat kieperde in de campagne ‘Tijd voor echte schoonheid’ als eerste beautymerk alle gratige filmstermodellen uit zijn commercials om die in te ruilen voor meiden van iets meer vlees, en bloed, en die mochten gerust wat maatjes meer hebben.[2]
- ▸ Pink staat deze week naakt op de cover van het Australische tijdschrift Who. "Ik ben liever sterk dan gratig" vertelt de zangeres in een interview met het blad.[3]
- [2] graatmager
- Het woord gratig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gratig" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “‘Verhalen maken en breken je’” (13/11/2009), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Pink uit de kleren voor tijdschrift” (12 juni 2014), De Morgen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be