graftombe
Uiterlijk
- graf·tom·be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graftombe | graftomben graftombes |
verkleinwoord |
- (bouwkunde) het algemeen een bouwwerk, grafheuvel of hunebed met als inhoud het graf van een heerser of ander machtig of rijk iemand dat fungeert als een grafmonument
- De uitvaart had plaats op 30 maart, een heldere Hollandse lentedag. Maar liefst negenduizend militairen paradeerden mee of stonden als erewacht opgesteld langs de route. Laarzen, trompetten en knopen waren opgepoetst. Zilver, goud, koper — alles blonk, glom en flonkerde. De berenmutsen, baretten, epauletten, kepi's, kwasten, linten, pluimen, sjerpen, steken en tressen vormden in de felle ochtendzon een kleurrijk schouwspel. Naast de koets waarmee het lichaam van de dode koningin van Noordeinde werd overgebracht naar de graftombe van de Oranjes in Delft, liepen geen soldaten maar lakeien met witte kniekousen in kostuums met goudkleurige galons. Midden tussen de vier hoekconstructies van witte struisvogelveren op het dak lag een gouden kroon. Beginnend met trompetgeschal bij haar geboortepaleis eindigde Juliana's laatste publieke gang onder het geluid van kanonschoten, terwijl onderweg de Gele Rijders elke minuut een saluutschot afvuurden. [2]
- De archeologie werd getrakteerd op absoluut sensationeel nieuws vonden archeologen: er bleken twee verborgen kamers in de graftombe van de Egyptische farao Toetanchamon te zitten. Over de functie ervan werd druk gespeculeerd. De wildste, en meest controversiële, theorie: het is de langgezochte tombe van Nefertiti. De meest waarschijnlijke: het betreft gewoon twee onafgemaakte kamers.[3]
1. het algemeen een bouwwerk, grafheuvel of hunebed met als inhoud het graf van een heerser of ander machtig of rijk iemand dat fungeert als een grafmonument
- Het woord graftombe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graftombe" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ JWithuis, JolandeJuliana 2016 ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 739
- ↑ Volkskrant Thomas van der Kolk en Loes Singeling 28 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be