gevaren
Uiterlijk
- ge·va·ren
vervoeging van: | varen… |
geen verbogen vorm |
gevaren
- voltooid deelwoord van varen
de gevaren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gevaar
- ▸ Zo zag ik erg op tegen onbekende gevaren op de trail zoals ratelslangen, beren, steile bergen, felle zon en hoge temperaturen in de woestijn.[1]
- Het woord gevaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers