gehoornd
Uiterlijk
- ge·hoornd
- pseudodeelwoord afgeleid van hoorn zn met het omvoegsel ge- -d [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | gehoornd |
verbogen | gehoornde |
partitief | gehoornds |
gehoornd
- voorzien van horens, horens dragend
- Het is een mythe dat Vikingen getooid met gehoornde helmen ten strijde trokken.
- Het woord gehoornd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehoornd" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Pseudodeelwoorden in het Nederlands
- Omvoegsel ge- -d in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %