droesem
Uiterlijk
- droe·sem
- van Middelnederlands droesene, in de betekenis van ‘bezinksel’ aangetroffen vanaf 1287 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droesem | droesems |
verkleinwoord | droesempje | droesempjes |
de droesem m
- (oenologie) drab die in wijn achterblijft na de fermentatie
- De wijn rijpt op de fijne droesem (5 tot 10 maanden) en wordt gebotteld eind mei.
- ▸ Stijnman staat uitgebreid stil bij het zwarte pigment dat tussen 1600 en 1900 het populairst was bij diepdrukkers: Frankfurt zwart. Het kwam uit de West-Duitse wijnstreek rond de rivier de Main ten oosten van Frankfurt, waar de droesem, het bezinksel na de productie van witte wijn, verkoold en vermalen werd tot een zwart poeder.[4]
1. drab die in wijn achterblijft na de fermentatie
- Het woord droesem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "droesem" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ droesem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "droesem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Paul Steenhuis“Zes eeuwen werken met zuur en inkt” (15 december 2012) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Oenologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 71 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %