dossier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dossier    (hulp, bestand)
• IPA: / dɔˈʃe / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /dɔˈʃe/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /doˈsir/

Woordafbreking

• dos·sier

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans dossier, in de betekenis van ‘papieren over één onderwerp’ voor het eerst aangetroffen in 1856

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dossier	dossiers
verkleinwoord	dossiertje	dossiertjes

Zelfstandig naamwoord

het dossier o

1. verzameling documenten en andere vastgelegde informatie, bijeengebracht omdat ze voor dezelfde kwestie van belang zijn

   • Iedere patiënt heeft bij de huisarts zijn eigen dossier. 
   • Hoogleraar Abram de Swaan, jarenlang gevolgd door de veiligheidsdienst, kan nú zijn dossier inkijken: ‘Ik word hier verdrietig van’.  

Hyponiemen

   

aanvraagdossier asieldossier bouwdossier cliëntendossier drugsdossier examendossier fraudedossier hoofdpijndossier kinddossier klachtendossier klantendossier kwalificatiedossier landbouwdossier leerlingdossier leerlingendossier leesdossier medicatiedossier nalatenschapdossier onderzoeksdossier ontuchtdossier patiëntdossier patiëntendossier pensioendossier persdossier personeelsdossier persoonsdossier pestdossier politiedossier procesdossier registratiedossier restauratiedossier stadiondossier stagedossier stikstofdossier strafdossier subsidiedossier symbooldossier toeslagendossier verkoopdossier waarneemdossier zaakdossier zaaksdossier zorgdossier

Afgeleide begrippen

   

dossieraanvraag dossierbeheerder dossierdiploma dossierkast dossierkennis dossierkost dossierkosten dossiermap dossiernummer dossieronderzoek dossiertijger dossiervorming dossiervreter

Vertalingen

    1. verzameling documenten en andere vastgelegde informatie,...   

Duits: Akte (de) v, Dossier (de) o Engels: file (en)

Frans: dossier (fr) m Spaans: expediente (es) m, dosier (es) m

Gangbaarheid

• Het woord dossier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dossier" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Frans

Uitspraak

• Geluid:  dossier    (hulp, bestand)

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
dossier	le dossier	dossiers	les dossiers

Zelfstandig naamwoord

dossier m

1. rugleuning, rugstuk
2. dossier