crasse
Uiterlijk
crasse v
- (spreektaal) rotstreek, vuiligheid
- «J’lui parle plus, il m’a fait une crasse, j’pardonne pas.»
- Ik praat niet meer met hem, hij heeft me een klotestreek geleverd en die vergeef ik hem niet. [1]
- «J’lui parle plus, il m’a fait une crasse, j’pardonne pas.»