broodbeleg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  broodbeleg    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbrodbəˌlɛx / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈbrod.bə.ˌlɛχ/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbrod.bə.ˌlɛx/
  • (Limburg): /ˈbrod.bə.ˌlɛx/

Woordafbreking

• brood·be·leg

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brood  en  beleg 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	broodbeleg	broodbeleggen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het broodbeleg o

1. (voeding) eetbare waar die gebruikt wordt om brood te beleggen

   • Honing is erg lekker als broodbeleg. 

Synoniemen

• boterhambeleg

Hyperoniemen

• eten, voedsel

Verwante begrippen

   

aardbeien appelstroop boter confituur chocoladepasta ei forel hagelslag ham honing hoofdkaas jam kaas kokosbrood krabsalade kroket kwark makreel margarine marmelade marmite muisjes pindakaas rookvlees romboter sandwichspread sardines smeerkaas speculaas speculaaspasta stroop stroopvet tahin vleeswaren worst zalm

Vertalingen

    1. eetbare waar die gebruikt wordt om brood te beleggen   

Duits: Brotbelag (de) m Engels: sandwich filling (en)

Frans: garniture (fr) v

Gangbaarheid

• Het woord broodbeleg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "broodbeleg" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.