brandstof

Nederlands

brandstof in tank

Uitspraak

• Geluid:  brandstof    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brand·stof

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brand ww  en  stof 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	brandstof	brandstoffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandstof v / m

1. stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen

   • Waterstof heeft de toekomst als energiebesparende brandstof. 
   • Voedsel is brandstof voor het lichaam. 

   ▸ ⧖Hier groote putten van zeer goede koolen , en misschien is 'er geen land in de waereld , daar die brandstof zoo overvloedig valt.

2. (figuurlijk) stof tot nadenken

   ▸ Het was te veel brandstof, vliegtuigbrandstof zou je kunnen zeggen, voor mijn fantasie, wedijverend met mijn vader, de ambassadeur en wedstrijdzwemmer.

Hyponiemen

   

autobrandstof biobrandstof bunkerbrandstof dieselbrandstof grasbrandstof huisbrandstof kernbrandstof motorbrandstof oliebrandstof raketbrandstof reactorbrandstof transportbrandstof tweedegeneratiebrandstof vliegtuigbrandstof

Afgeleide begrippen

   

brandstofaccijns brandstofauto brandstofbelasting brandstofbesparing brandstofbom brandstofcel brandstofcrisis brandstofelement brandstofetiket brandstofetikettering brandstoffenheffing brandstoffenverbruik brandstofgebrek brandstofgebruik brandstofheffing brandstofinjectie brandstofkorrel brandstofkosten brandstofleiding brandstofmanagement brandstofmeter brandstofmotor brandstofpomp brandstofprijs brandstofrekening brandstofreserve brandstofschaarste brandstofsituatie brandstofslang brandstofstaaf brandstofsysteem brandstoftank brandstoftekort brandstoftoerisme brandstoftoeslag brandstoftoevoer brandstofverbruik brandstofvoorraad brandstofvoorziening vastebrandstofmotor

Vertalingen

    1. stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen   

Baskisch: erregai (eu) Bulgaars: Гориво (bg) Catalaans: combustible (ca) Deens: brændstof (da) Duits: Treibstoff (de) m Engels: fuel (en) Esperanto: bruligaĵo (eo) Estisch: kütus (et) Fins: polttoaine (fi) Frans: combustible (fr) m, carburant (fr) m Grieks: καύσιμο (el) Hebreeuws: דלק (he) Hongaars: tüzeloanyag (hu) Italiaans: combustible (it)

Japans: 燃料 (ja) Koreaans: 연료 (ko) Noors: brensel (no) Perzisch: سوخت (fa) Pools: paliwo (pl) Portugees: combustíveis (pt) Roemeens: combustibil (ro) Russisch: топливо (ru) Sloveens: gorivo (sl) Slowaaks: palivo (sk) Spaans: combustible (es) m, comburente (es) m, carburante (es) m Tamil: எரிபொருள் (ta) Tsjechisch: palivo (cs) Zweeds: bränsle (sv)

Gangbaarheid

• Het woord brandstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandstof" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.