beursspel
Uiterlijk
- beurs·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beursspel | beursspelen beursspellen |
verkleinwoord |
het beursspel o
- (pejoratief) het speculeren op de beurs
- ▸ Eenmaal geverseerd in het beursspel zult u de imaginaire ondernemingen niet meer mijden maar juist zoeken, zij het altijd in kortlopende posities en het liefst in opties die u nooit uitoefent: uw doel is immers uw stijl, en om wille van die stijl houdt u graag een pakket mogelijkheden omtrent mogelijkheden aan.[2]
- een spel dat de effectenbeurs simuleert
- ▸ Hoe kan het op de beurs zo goed gaan in zulke moeilijke economische tijden? NOS op 3 legt dat aan je uit. In het beursspel hieronder handel jij met voorkennis op de beurs van 2020. Zo kom je achter de winnaars en de verliezers, en de oorzaak van de stijgende koersen.[3]
- [1] windhandel
- Het woord beursspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑ Weblink bron “AEX bereikt na maandenlange opmars hoogste stand ooit” (31-03-2021), NOS