apneu
Uiterlijk
- ap·neu
- van modern Latijn apnoea, in de betekenis van ‘tijdelijke ademstilstand’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apneu | apneus |
verkleinwoord | apneutje | apneutjes |
de apneu m
- (medisch) ademstilstand (van langer dan 10 seconden)
- Het woord apneu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "apneu" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ apneu op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "apneu" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %