anemoon
Uiterlijk
- ane·moon
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in 1593 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anemoon | anemonen |
verkleinwoord | anemoontje | anemoontjes |
- (plantkunde) een plant van het geslacht Anemone
- De anemoon groeit prachtig dit jaar.
- een bloem van de anemoonplant
- Er liggen vele anemonen op de grond die van de boom gevallen zijn.
1. een plant van het geslacht Anemone
- Het woord anemoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anemoon" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "anemoon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ anemoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be