adelgazar
Uiterlijk
- a·del·ga·zar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
adelgazar |
adelgazaba |
adelgazado |
volledig |
adelgazar
- overgankelijk dunner maken, platter maken, doen afvallen
- onovergankelijk vermageren, afvallen
- [1] enflaquecer