abdicere
Uiterlijk
- ab·di·ce·re
vervoeging van |
---|
abdiceren |
abdicere
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van abdiceren
- ... dat men abdicere.
- Het woord abdicere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.