aangenaamheid
Uiterlijk
- aan·ge·naam·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aangenaamheid | aangenaamheden |
verkleinwoord | aangenaamheidje | aangenaamheidjes |
de aangenaamheid v
- het aangenaam zijn
- De aangenaamheid van een geur.
- Het woord 'aangenaamheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.