valsheid
Uiterlijk
- vals·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valsheid | valsheden |
verkleinwoord | - | - |
de valsheid v
- bedrieglijkheid
- bedrieglijke, oneerlijke daad
- boosheid
- Het woord valsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "valsheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be