schakering
Uiterlijk
- Geluid: schakering (hulp, bestand)
- IPA: /sxa'kerɪŋ/
- scha·ke·ring
- In de betekenis van ‘kleurnuance’ voor het eerst aangetroffen in 1681 [1]
- uit het middelnederlands, Naamwoord van handeling van schakeren met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schakering | schakeringen |
verkleinwoord |
- kleurnuance, verschillende tinten van één kleur
- De eetzaal heeft een bordeaux tafel en in de tegelvloer zijn prachtige schakeringen van blauw en groen zichtbaar. ‘Het is een Indiase leisteen waarin heel wat tinten verwerkt zijn’, zegt Caroline Voet. [4]
- luidheidsverschillen in een muziekstuk
- variaties in gevoel, denkwijze, opvattingen of meningen
- Met fantasie en een zeldzame verfijning maken ze iedere emotionele schakering in het gemoed van de gekwelde Alceste voelbaar. De koorzangers van MusicAeterna uit Perm, links en rechts naast het orkest, leveren op sublieme wijze commentaar. Aanstichter van die weelde is de dirigent René Jacobs, die je bij de hand neemt door de partituur en je pas na de laatste noot weer loslaat. [5]
- Een non-Bildungsroman, een mengvorm van genres, maar vooral een schitterende vertelling over de vele belevenissen van een jongeman. In die schakeringen laat de Zwitserse schrijver zijn grootsheid zien. [6]
- [1] tint, spectrum
- [3] nuance, gradatie, verscheidenheid
1. kleurnuance, verschillende tinten van één kleur
2. luidheidsverschillen in een muziekstuk
3. variaties in gevoel, denkwijze, opvattingen of meningen
- Het woord schakering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schakering" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "schakering" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schakering op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 14 OKTOBER 2017
- ↑ Volkskrant Biëlla Luttmer 15 augustus 2016
- ↑ NRC Guus Middag 29 april 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %