overwicht
Uiterlijk
- over·wicht
- samenstelling van over bw en wicht zn (verouderd: "gewicht") of naamwoord van handeling van overwegen met het achtervoegsel -t [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overwicht | overwichten |
verkleinwoord | overwichtje | overwichtjes |
het overwicht o
- het sterker zijn, grote invloed hebben.
- morele invloed, overheersing, overmacht, superioriteit
1.
- Het woord overwicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overwicht" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be