bier

Niet te verwarren met: Bier

Nederlands

Westmalle is een Belgisch bier

Uitspraak

• Geluid:  bier    (hulp, bestand)
• IPA: / bir / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• bier

Woordherkomst en -opbouw

• in het Middelnederlands, in de betekenis van ‘alcoholhoudende drank’ voor het eerst aangetroffen in 1240, van Germaans *beura of *beuza
  De verdere etymologie is onzeker: mogelijk Indo-Europees: *b(e)u-, *bh(e)u- "opblazen, groeien, zwellen", of via bēor, bior uit *breor van het Angelsaksisch bréowan "brouwen"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bier	bieren
verkleinwoord	biertje	biertjes

Zelfstandig naamwoord

het bier o

1. (drinken) alcoholische drank die bereid is uit gefermenteerde mout met toevoeging van hop en kruiden

   • In het leven van de Egyptische farao's 5000 jaar geleden, hoorde bier tot het dagelijks dieet. 
   • Bier wordt hoofdzakelijk van gerst gemaakt. 

   ▸ De hele ochtend lagen we languit in het water. Pogue stak zijn pijp op en ging languit onder een boom een boek lezen. Dit was een paradijs, alleen het koude biertje ontbrak.

2. (metonymisch), (feest) feestelijk onthaal, waarbij over het algemeen bier [1] gedronken wordt

   • Op een bier uitgenodigd zijn. 

Synoniemen

• [1] gerstenat
• [2] bierfeest

Hyperoniemen

• drank

Hyponiemen

   

abdijbier alsembier antiverouderingsbier bananenbier bedebier bedelaarsbier bockbier bokbier boterbier bottelbier chocobier chocoladebier citrusbier dienstbier doordrinkbier dunbier dunnebier eierbier etiketbier evenementenbier flessenbier fluitjesbier frambozenbier frisbier fruitbier fustbier gemberbier gerstebier gijlbier gildebier grapefruitbier groevebier haalbier halalbier importbier jopenbier kelderbier kermisbier kersenbier kinderbier kluinbier kriekbier kriekenbier kuitbier kwanselbier lagerbier lekbier limobier maltbier meisjesbier moslimbier pannenbier patersbier pilsbier portelbier premiumbier rosébier scharbier scharrebier schuimbier smurfenbier speciaalbier stoutbier streekbier tafelbier tapbier tarwebier themabier trappistenbier troostbier troostelbier vrouwenbier witbier witlofbier witloofbier

Afgeleide begrippen

   

Bierman bier drinken bier proeven bier tappen bieraccijns bierachtig bierafzet bierazijn bierbak bierbank bierbeschooier bierblik bierblikje bierboom bierboot bierbostel bierbranche bierbrouwen bierbrouwer bierbrouwerij bierbuik biercarrousel bierconcern bierconsumptie biercultuur bierdopje bierdrager bierdrinker bierfabrikant bierfeest bierfiets bierfles bierfonds bierfriet biergigant biergist bierglas biergroep bierhal bierhaler bierhandel bierhuis bierindustrie bierkaai bierkaartje bierkan bierkeet bierkelder bierkoerier bierkrat bierkroes bierkruier bierlaars bierliefhebber bierlimiet bierlucht biermaat biermagnaat biermarkt biermerk biermoeheid bieromzet bieronderzoek bierpap bierpas bierpens bierplopper bierpols bierpomp bierpot bierprijs bierproducent bierproductie bierpul bierreclame bierrobot bierschip bierschooier bierschuim bierschuld biersector bierset biersleper biersoort bierstal biersteker biertap biertapper biertent bierton biervat bierverbruik bierverkoop bierviltje biervlieg biervliet biervoerder bierwacht bierwagen bierwerk bierwerker bierworstje bieryoga bijbieren

   

Uitdrukkingen en gezegden [1] boven zijn bier zijn dronken zijn [1] dat is geen klein bier [1] een vaatje zuur bier een ongetrouwde, chagrijnige vrouw op leeftijd Spreekwoorden [1] bier na wijn geeft venijn [1] wijn na bier geeft plezier [1] oude wijven, zuur bier vrouwen worden op latere leeftijd soms minder aangenaam gevonden

Vertalingen

    1. alcoholische drank die bereid is uit gefermenteerde mout   

Afrikaans: bier (af) Albanees: birrë (sq) Arabisch: بيرة (ar) Armeens: գարեջուր (hy) (garejoor) Baskisch: garagardo (eu) Bosnisch: pivo (bs) o Bretons: bier (br) m Bulgaars: бира (bg) v (bira) Catalaans: cervesa (ca) Chinees: 啤酒 (zh) v (pí-jiǔ) Deens: øl (da) g Duits: Bier (de) o Engels: beer (en), ale (en) Esperanto: biero (eo) Estisch: õlu (et) Faeröers: øl (fo) Fins: olut (fi), kalja (fi) Frans: bière (fr) v Fries: bier (fy) Grieks: ζύθος (el) m [ˈziθo̞s] Hebreeuws: בירה (he) v (bîrah) Hongaars: sör (hu) Ido: biro (io) Iers: beoir (ga) v, leann (ga) m IJslands: bjór (is), öl (is) Indonesisch: bir (id) Italiaans: birra (it) v Japans: ビール (ja) (bīru) Kinyarwanda: zoga (rw) (inzoga) Koerdisch: bîre (ku) v, avce (ku) v Koreaans: 맥주 (ko) (maekju)

Kroatisch: pivo (hr) o Latijn: cervisia (la), cerevisia (la) Lets: alus (lv) m Litouws: alus (lt) Macedonisch: пиво (mk) o Maori: pia (mi) Mongools: шар айраг (mn) (šar aĭrag), пиво (mn) (pivo) Nauruaans: ekaburoro (na) Noors: øl (no) Oekraïens: пиво (uk) o (pywo) Papiaments: serbes Pools: piwo (pl) o Portugees: cerveja (pt) Roemeens: bere (ro) Russisch: пиво (ru) o (pivo) Sloveens: pivo (sl) o, ol (sl) m (archaïque) Slowaaks: pivo (sk) Spaans: cerveza (es) Swahili: bia (sw) Tagalog: serbesa (tl) Thai: เบียร์ (th) (biya) Tsjechisch: pivo (cs) o Turks: bira (tr), arpa suyu (tr) Vietnamees: bia (vi) Waals: bire (wa) Welsh: cwrw (cy) Wit-Russisch: piva (be) Wolof: sangara (wo) Zoeloe: ubhiya (zu), utshwala (zu) Zweeds: öl (sv)

Gangbaarheid

• Het woord bier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bier" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Woordafbreking

• bi·er

Naar frequentie	7653

Werkwoord

bier

1. tegenwoordige tijd van bie

Zelfstandig naamwoord

bier, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bie

Middelnederlands

Zelfstandig naamwoord

bier o

1. (voeding) bier

Noors

Woordafbreking

• bi·er

Naar frequentie	6693

Werkwoord

bier

1. tegenwoordige tijd van bie

Zelfstandig naamwoord

bier, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bie

Nynorsk

Woordafbreking

• bi·er

Werkwoord

bier

1. tegenwoordige tijd van bie

Schrijfwijzen

• biar

Zelfstandig naamwoord

bier, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bie

Wymysoojs

Uitspraak

• Geluid:  bier    (hulp, bestand)

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Middelhoogduitse ber

Zelfstandig naamwoord

bier

1. (plantkunde)(fruit) bes; kleine vrucht

Schrijfwijzen

• bijer
• bjer
• bjēr