Gschicht
Uiterlijk
- Gschicht
- Afkomstig van het Middelhoogduitse zelfstandige naamwoord geschiht zn , dat van het Oudhoogduitse zelfstandige naamwoord giskiht zn komt (Nederlands: gebeurtenis, gebeuren, sinds de 16e eeuw ook verhaal)
- Pennsylvania-Duits zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel g-
[1] | enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Gschicht | die Gschicht | - - - | - - - |
datief | re Gschicht | der Gschicht | - - - | - - - |
accusatief | en Gschicht | die Gschicht | - - - | - - - |
[2-3] | enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Gschicht | die Gschicht | Gschichde Gschichte |
die Gschichde die Gschichte |
datief | re Gschicht | der Gschicht | Gschichde Gschichte |
de Gschichde de Gschichte |
accusatief | en Gschicht | die Gschicht | Gschichde Gschichte |
die Gschichde die Gschichte |
Gschicht, v
- geen meervoud, (geschiedenis) geschiedenis
- verhaal
- «So was kenne mir vun sellre Gschicht lanne?»
- Dus, wat kunnen we leren van dit verhaal?
- «So was kenne mir vun sellre Gschicht lanne?»
- affaire, verhouding
- [2]: Kaerrichegschicht
- [2]: Gschicht Fan
- [2]: Lumpegschicht
- [2]: Mardgschicht
- [2]: Pickdergschicht
- [2]: Schpuckgschicht
- Duits:
- [1]: Geschichte, v
- [2]: Geschichte, v
- [3]: Affaire, v, Geschichte, v
- Engels:
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 8
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Oudhoogduits
- Voorvoegsel g- in het Pennsylvania-Duits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Betekenis zonder meervoud in het Pennsylvania-Duits
- Geschiedenis in het Pennsylvania-Duits