Naar inhoud springen

上げる

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: \a.ge.ɾɯ\, [a̠ɡe̞ɾɯ̟ᵝ]

上げる

  1. geven
    «この時計を君に上げよう»
    Ik geef je deze horloge.
  2. verhogen, stijgen, omhooggaan, tillen
    «より上に上げる»
    Een steen boven je hoofd tillen
    «本を2階に上げる»
    een boeken omhoogdragen
  3. uiten
    «悲鳴上げる»
    een schreeuw uiten
  1. あげる (met hiragana geschreven) geven
  2. 与える geven
  3. 差し上げる (verscheiden) geven
  1. くれる: geven
  2. 貰う: krijgen
  1. あげる
  2. 挙げる
  3. 揚げる