Naar inhoud springen

schuiver

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 31 mrt 2024 om 05:02 (→‎top: lidwoord voor trefwoord; doorloop 2.4)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • schui·ver
enkelvoud meervoud
naamwoord schuiver schuivers
verkleinwoord schuivertje schuivertjes

de schuiverm

  1. iets of iemand dat of die schuift of waarmee men kan schuiven
  2. iemand die (opium) 'schuift' (een opiumschuiver)
  3. (sport) bal die vlak langs de grond schuift
  4. (informeel) zijdelingse smak
    • Ik maakte met mijn fiets een enorme schuiver toen ik over het beijzelde wegdeel reed 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]