vleermuis

1. Een vleermuis.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vleermuis    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvlermœys / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• vleer·muis

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands fledermus, op te vatten als samenstelling van  vleer zn "vleugel"  en  muis zn "klein zoogdier" 
• [1] in de betekenis van ‘handvleugelig zoogdier’ voor het eerst aangetroffen in 1240
• [2] aangetroffen vanaf de jaren 80 van de 20e eeuw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vleermuis	vleermuizen
verkleinwoord	vleermuisje	vleermuisjes

Zelfstandig naamwoord

de vleermuis v / m

1. (dierkunde), klein vliegend zoogdier behorend tot de orde van de Chiroptera 

   • De meeste vleermuizen jagen op insecten of eten vruchten. 

   ▸ Het gaat Jetten om de gevolgen voor het onderwaterleven tijdens de bouw. Vissen en zeezoogdieren kunnen bijvoorbeeld last hebben van het heien. Maar ook als de molens in bedrijf zijn, kunnen er gevolgen zijn voor dieren zoals vogels en vleermuizen, die gehinderd worden door de draaiende wieken.

   ▸ Geen enkel ander boek herinnerde ik me zo goed als dat, zelfs niet De kabouterkinderen met de afbeeldingen van de drie kleintjes die op de rug van de vleermuis door de noordse zomernacht reisden.

2. iemand uit een duistere subcultuur, in het bijzonder een goth

Hyponiemen

• [1] zie de categorie: Vleermuizen in het Nederlands
• [1] azorenvleermuis, baardvleermuis, bananenvleermuis, Bechsteins vleermuis, bleke vleermuis, bloemneusvleermuis, borsteltongvleermuis, bosvleermuis, Botta's vleermuis, Brandts vleermuis, bruine fruitetende vleermuis, Capaccini's vleermuis, donkere fruitetende vleermuis, driebladvleermuis, driekleurhechtschijfvleermuis, drietandbladneusvleermuis, franjelipvleermuis, geelschoudervleermuis, grijze vleermuis, grootoorvleermuis, grote bruine vleermuis, grote Nieuw-Zeelandse vleermuis, grote rosse vleermuis, guanovleermuis, halsbandvleermuis, hartneusvleermuis, Hawaiiaanse grijze vleermuis, huisvleermuis, ingekorven vleermuis, kleine bruine vleermuis, kleine vale vleermuis, kortduimvleermuis, langneusvleermuis, langpootvleermuis, langvleugelvleermuis, lierneusvleermuis, meervleermuis, mopsvleermuis, mutsvleermuis, naakte vleermuis, Nieuw-Zeelandse vleermuis, nimfvleermuis, noordse vleermuis, prieelvleermuis, pronkneusvleermuis, reuzenoorvleermuis, rode vleermuis, rosse vleermuis, snorbaardvleermuis, spookvleermuis, tweekleurige vleermuis, vale vleermuis, visetende vleermuis, watervleermuis, welwitschvleermuis, witte vleermuis, zuidelijke gele vleermuis, zuigschijfvleermuis, zwaardneusvleermuis

Afgeleide begrippen

• [1] vleermuiscoronavirus, vleermuisbloem, vleermuisvis

Verwante begrippen

• [1] vampier

Vertalingen

    1. klein vliegend zoogdier   

Albanees: lakuriqi i natës (sq) Arabisch: المضرب (ar) Bosnisch: slijepi miš (bs) m, šišmiš (bs) m Bulgaars: прилеп (bg) m Catalaans: muricec (ca) Centraal-Huasteeks Nahuatl: tsotso (nch) Chinees: 蝙蝠 (zh) Deens: flagermus (da) Duits: Fledermaus (de) v Engels: bat (en) Esperanto: vesperto (eo) Estisch: nahkhiir (et) Faeröers: flogmús (fo) Fins: lepakko (fi) Frans: chauve-souris (fr) v Fries: flearmûs (fy) Galicisch: morcego (gl) m Grieks: νυχτερίδα (el) v Hongaars: denevér (hu) IJslands: leðurblaka (is) v Indonesisch: kelelawar (id) Interlingua: vespertilion (ia) Italiaans: pipistrello (it) m Javaans: kalong (jv) klassiek Nahuatl: tzinacantli (nci)

Latijn: vespertilio (la) m Litouws: šikšnosparnis (lt), šikšnósparnis (lt) m Macedonisch: лилjак (mk) m Maltees: farfett il-lejl (mt) Noors: flaggermus (no) g Nynorsk: flaggermus (nn) v Occitaans: ratapenada (oc) v Oekraïens: кажан (uk) m Pools: nietoperz (pl) m Portugees: morcego (pt) m Reto-Romaans: utschè mezmieur (rm) m Roemeens: liliac (ro) m Russisch: летучая мышь (ru) v Sami: girdisáhpán Servisch: слепи миш (sr) Sloveens: netopir (sl) m Slowaaks: netopier (sk) m Spaans: murciélago (es) Turks: yarasa (tr) Vlax Romani: liliako m Volapük: flitamug (vo) Welsh: ystlum (cy) m Wit-Russisch: лятучая мыш (be), кажан (be) Yucateeks: soots’ Zweeds: fladdermus (sv)

Gangbaarheid

• Het woord vleermuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vleermuis" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.