parfait
Uiterlijk
- par·fait
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parfait | |
verkleinwoord |
de parfait m
- een luxe ijssoort bestaande uit een mengsel van lucht, eidooier, room en suiker die zonder machine en in vele smaken gemaakt kan worden
- Ongeluk, of niet. Het maakt het gerecht er niet minder lekker om. Hieronder vind je een recept voor een kweeperen tarte tatin met bloedsinaasappelparfait en granaatappelgel. [2]
- Het dessert is net zo heerlijk als het er uit ziet: een parfait van vanille en pure chocolade met geschaafde chocolade karamel/zeezout, vergezeld door een kletskop, slagroom en gemarineerd rood fruit van het seizoen. Ter afsluiting een kop koffie, cappuccino, espresso of thee. [3]
- Dat de chef van verrassende smaakcombinaties houdt, blijkt bij het dessert: parfait van nougat Montelimar, kruim van merinque, coulis van aardbeien, oude aceto balsamico en salamander (kroketje) van munsterkaas. [4]
- Het woord parfait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parfait" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ parfait op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Marie-Louise Hoogendoorn 02-12-18 Deze taart was een ongelukje (of is het vooral een mooi verhaal?)
- ↑ Tubantia 17-08-18 Lezersmenu september 2018: Dock 19 in Almelo
- ↑ Tubantia 01-11-18 Lezersmenu november 2018: Bij Rozendaal in Enschede
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be