Naar inhoud springen

doctorandus

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 18 mrt 2024 om 01:51 (→‎top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.3)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • doc·to·ran·dus
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘iemand die geslaagd is voor doctoraalexamen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1790 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord doctorandus doctorandi
doctorandussen
verkleinwoord - -

de doctorandusm

  1. iemand die het doctoraal examen heeft gedaan
  2. iemand die een proefschrift schrijft ter verkrijging van de graad van doctor en dus nog geen doctor is
93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]