sneeuwbril

Een traditionele sneeuwbril van de Inuit.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sneeuwbril    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sneeuw·bril

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sneeuw  en  bril 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sneeuwbril	sneeuwbrillen
verkleinwoord	sneeuwbrilletje	sneeuwbrilletjes

Zelfstandig naamwoord

de sneeuwbril m

1. speciale bril ter voorkoming van sneeuwblindheid

   ▸ Verder zaten er handschoenen, een lange wollen onderbroek, een sneeuwbril en een hele lading pillen in.

Hyperoniemen

• veiligheidsbril

Verwante begrippen

• eclipsbril
• lasbril
• zonnebril
• skibril

Vertalingen

    1. bril ter voorkoming van sneeuwblindheid   

Duits: Schneebrille (de) v Engels: snow goggles (en) Esperanto: neĝvitroj (eo)

Frans: lunettes de ski (fr) v /meervoud Spaans: gafas para la nieve (es) v /meervoud Zweeds: snöglasögon (sv)

Gangbaarheid

• Het woord sneeuwbril staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.