laatvliegers

Nederlands

Eptesicus serotinus

Uitspraak

• Geluid:  laatvliegers    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlatfliɣərs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• laat·vlie·gers

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  laat  en  vliegers zn 
•  laatvlieger zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		laatvliegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de laatvliegers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord laatvlieger
2. meervoudsvorm als officiële benaming (vleermuizen) een geslacht Eptesicus  van zoogdieren uit de familie van de gladneuzen (Vespertilionidae )

Hyperoniemen

• [2] gladneuzen, vleermuizen, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] Botta's vleermuis, grote bruine vleermuis, laatvlieger, noordse vleermuis

Gangbaarheid

• Het woord 'laatvliegers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.