Naar inhoud springen

phubde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 13 jun 2023 om 02:13 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *phub·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk|phubben}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • phub·de
vervoeging van
phubben

phubde

  1. enkelvoud verleden tijd van phubben
    • Ik phubde. 
    • Jij phubde. 
    • Hij, zij, het phubde.